%abc-2.2 %%writefields Q false %%stretchlast 1 %%beginps /exemplo3a { newpath 7.5 add 5 180 360 arc stroke } def %%endps %%deco unacc 3 exemplo3a 10 0 0
Maatsoorten
Het begrip maat kunnen we dus omschrijven als de tijd, die verloopt tussen twee opeenvolgende zware teleenheden.
We onderscheiden vele maatsoorten. Het belangrijkste kenmerk van een maatsoort is het aantal teleenheden waaruit een maat bestaat. De maatsoort wordt aan het begin van een muziekstuk aangegeven d.m.v. een breuk, met in de teller het aantal tellen en in de noemer de waarde die de functie van teleenheid heeft.
Voorbeeld:
2/4 | = | twee-kwarts-maat: iedere maat heeft twee tellen; de teleenheid is eerste tel heet het zware maatdeel, de tweede tel het lichte maatdeel. |
De eenvoudigste maatsoorten - enkelvoudige maatsoorten - hebben 2 of 3 tellen of maatdelen. We spreken van tweedelige of binaire en driedelige of ternaire maatsoorten.
Voorbeelden:
X:1 %T: M:2/2 L:1/4 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 %%staffnonote 2 K:C clef=treble x | [M:2/4]x |[M:3/4]x |[M:2/8]x |[M:3/8]x |
Maatsoorten met meer dan drie teleenheden zijn ingewikkelder.
Als er meer dan twee lichte teleenheden op elkaar volgen, gaan we daarbinnen onwillekeurig weer een rangorde zwaar-licht horen, bijv. in een viertelsmaat, waarin na de eerste zware teleenheid nog drie lichte teleenheden volgen.
De derde tel echter horen we ten opzichte van de 2e en de 4e als zwaar; is dus een relatief zwaar (of relatief sterk) maatdeel. Voor de 4/4 maat krijgen we het volgende beeld:
X:1 %T: M:4/4 L:1/4 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 K:C clef=treble "_zwaar"!>!A4 "_licht"!unacc!A4 "_zwaar"!>!A4 "_licht"!unacc!A4 |
Het accent van de 1e tel noemen we het hoofdaccent dat van de 3e tel het nevenaccent. Door het nevenaccent wordt de 4/4-maat verdeeld in twee groepen van twee tellen.
We zeggen: de maat is samengesteld uit twee groepen. Voor alle maatsoorten van vier en meer tellen geldt, dat ze door één of meer nevenaccenten in een aantal groepen worden verdeeld. Het zijn dus altijd samengestelde maatsoorten. Het aantal groepen bepaalt, of een samengestelde maatsoort tweedelig, of driedelig is.
X:1 %T: M:6/8 L:1/8 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 K:C clef=treble !>!A!unacc!A!unacc!A !>!A!unacc!A!unacc!A
Het meest bekende voorbeeld naast de 4/4-maat (meestal aangegeven met C) is de zes-tels-maat, bijv. 6/8. Deze is samengesteld uit twee groepen van drie; het is dus een samengestelde tweedelige maatsoort.
De indeling in groepen blijkt uit het gebruik van de waardestrepen. Als dezelfde zes noten als volgt worden ingedeeld:
X:1 %T: M:3/4 L:1/8 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 K:C clef=treble AA AA AA |
dan hebben we te maken met een 3/4-maat, waarvan iedere tel is onderverdeeld.
Andere voorbeelden van samengestelde maatsoorten zijn:
X:1 %T: M:9/8 L:1/8 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 K:C clef=treble AAA AAA AAA |
(samengesteld driedelig)
X:1 %T: M:12/8 L:1/8 %%MIDI program 79 Q:1/1=72 K:C clef=treble AAA AAA AAA AAA |
(samengesteld vier-, dus tweedelig)