Ritmische modi en ritmische patronen Het is handig begrippen te kennen die bepaalde ritmische patronen omschrijven. Hierna volgen er een paar.
De figura corta uit de Barok: Hopfiguur en stralende figuur, benamingen van Gehrels (1942):
Mnemonische figuren, benamingen van Chevé (20e eeuw):
Lombardisch ritme en inégales (17e en 18e eeuw)
De eerste variant kenmerkt zich door het Lombardisch ritme met de kortste noot op het sterke maatdeel; de tweede wordt omschreven als inégales, waarbij de langste noot op het relatief sterkste maatdeel staat. In beide gevallen is er dus sprake van een gepuncteerd ritme.
|