Maatwisselingen.

 


%abc-2.2
%%writefields Q false

%%stretchlast 1

 

Maatwisselingen.

Alle maten van een muziekstuk zijn meestal even lang. Vooral in de muziek van na 1900 komen echter veel maatwisselingen voor. De muziek kan daardoor in hoge mate onvoorspelbaar worden; de meeste accenten komen onverwacht. Strawinsky was de eerste, die maatwisselingen systematisch toepaste.

 


X:1
%T:
M:3/4
L:1/8
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
C2 D2 E2 |[M:3/8]FED |[M:2/4]E2C2 |[M:3/4] C3 |]

 

Accentverschuivingen kunnen verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste gevallen zijn deze: 1. Een zwaar maatdeel wordt overgebonden aan het voorafgaande lichte tijd. Het accent komt op de lichte tijd/tel te liggen. Deze figuur noemen we syncope.

 


X:1
%T:
M:4/4
L:1/4
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
A A A A | A A- A A |]

 

Dit is een voorbeeld van een syncope over de tel heen. Ook kun je binnen de tel een syncope maken.

 


X:1
%T:
M:2/4
L:1/8
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
A/AA/ A/AA/ | AA AA | A2 |]

 

2. In driedelige maatsoorten kan het gebeuren, dat de accenten tijdelijk na telkens twee eenheden terugkeren. In plaats van twee groepen van drie eenheden komen nu drie groepen van twee eenheden.

 


X:1
%T:
M:3/4
L:1/4
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
"1"A "2"A "3"A | "1"A "2"A "1"A- | "2"A/A/ "1"A "2"A | A3 |]

 

Met de driedelige onderverdeling van samengestelde maatsoorten kan hetzelfde gebeuren.

 


X:1
%T:
M:6/8
L:1/8
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
AAA AAA | A2 A- A A2 | A3 z3 |]

 

Het vervangen van twee groepen van drie door drie groepen van twee noemen we hemiool.