Maat en ritme

 


%abc-2.2
%%writefields Q false

%%stretchlast 1

 

Maat en ritme

Als we muziek 'in de tijd' willen meten, hebben we een 'maat' nodig. Onder het begrip maat ofwel metrum wordt verstaan de indeling van de tijd in delen van gelijke tijdswaarde. Deze tijdswaarde kennen we onder de term teleenheid. Een maat kun je dus zien als een regelmatige opeenvolging van groepjes van teleenheden (bv. kwartnoten). Deze groepjes worden in het notenbeeld van elkaar gescheiden door verticale maatstrepen.

De grondslag van het verschijnsel "maat" is het feit, dat de op elkaar volgende teleenheden voor ons gehoor niet gelijkwaardig zijn. Hoe dit komt is erg moeilijk na te gaan. Onze manier van luisteren heeft er waarschijnlijk wel iets mee te maken: in een zuiver regelmatige opeenvolging van even harde tikken horen wij al gauw "tik-tak-tik-tak" in plaats van "tik-tik-tik-tik", een ongelijkwaardigheid dus.

Om over de ongelijkwaardigheid van de teleenheden te kunnen spreken, maken we gebruik van de begrippen lichte en zware teleenheid. Het verloop van lichte en zware teleenheden kunnen we zien als een afwisseling van spanning en ontspanning, waarbij "licht" overeenkomt met spanning, en "zwaar” met ontspanning. In de muzikale omgangstaal kennen we synoniemen voor licht en zwaar:

  • licht = zwak, onbeklemtoond en ongeaccentueerd
  • zwaar = sterk, beklemtoond en geaccentueerd

Het gewicht van een zware teleenheid kan zich op allerlei manieren uiten:

  • In een combinatie van een lange en een korte toon horen we de eerste als een zware tel.
  • Intervallen kunnen ook een rol spelen: bij een stijgend kwartsprong zij we geneigd de hoogste toon als geaccentueerd te horen.

 


X:1
%T:
M:4/4
L:1/4
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=treble
"zwaar"A2 "licht"A/ z/ z || z2 z "licht"G | "zwaar"c d e2 |]

 

Het onderscheid tussen licht en zwaar wordt ook gemaakt in de onderverdelingen van een teleenheid. Als een tel in tweeën gesplitst is, is de eerste helft zwaar en de tweede licht.

 


X:1
%T:
M:4/4
L:1/4
%%MIDI program 79
Q:1/1=72
K:C clef=perc stafflines=1
B2 "zwaar"B "licht"B "zwaar"B/ "licht"B/ "zwaar"B/ "licht"B/

 

Als we de teleenheden gaan samenvoegen tot langere notenwaarden of splitsen in kortere notenwaarden, dan ontstaat er afwisseling en variatie in toonduur: het ritme. Het ritme is dus het resultaat van allerlei onderverdelingen en samenvoegingen van teleenheden.